Op 6 januari vieren veel katholieke mensen Driekoningen. In het zuiden van het land gaan de kinderen verkleed als koningen langs de deur met een liedje en halen snoep op.
Het verhaal van Driekoningen komt uit Mattheus en daar worden ze ook wel de wijzen genoemd.
Er staat nergens dat het er drie waren. Nu staan er in de Bijbel verwijzingen naar deze gebeurtenis.

Waar verwijst Mattheus naar? In mijn boek de Joodse Jezus laat ik de relatie zien met de wijzen en het oude Irak en hebben de cadeaus alles te maken met de Tempel.
Nu staat er in Genesis ook een geschiedenis waarin er een relatie met de Ismaëlieten en Jozef is,…. en daarmee met de wijzen. In Genesis 37:22 zit Jozef in de put en er komt er een karavaan langs, uit het oosten*, met bijzondere koopwaar en ze zijn op weg naar Egypte.
Jozef zit daar bij Dothan in de put en voor put staat het woordje: el habor. Dit woordje staat ook in Zacharia 9:11 en heeft de betekenis van ballingschap. Jozef zijn toekomst zal in Egypte zijn en dat is ballingschap. Als hij uit de put wordt gehaald wordt hij meegenomen naar Egypte als koopwaar (voor twintig zilverlingen). Egypte betekent altijd afdalen in de Bijbel, weg van het land van de Heere en verwijdering van God.
Later bleken de Ismaëlieten, Midjanieten (vers 36) te zijn. Vergist de schrijver zich? Nee. De schrijver wil een boodschap meegeven. Ismaël betekent: God hoort en Midjan betekent: God oordeelt.
De hemelse Vader zal Jozef horen in zijn ellende in Egypte en zal oordelen over het onrecht dat hem is aangedaan en Jozef te verhogen in Egypte.
De hele situatie is in de hand van de Vader.
Nu droeg deze karavaan geschenken mee voor Egypte: gom(nekot), balsem(tsori), hars (walot). Het woord nekot (gom) wordt soms gekoppeld aan mirre, maar kan ook iets anders betekenen. Het is in ieder geval een soort aroma. Het woord, nekot, komt van nake en betekent: zonder schuld, reinheid.
Het woord voor balsem, tsori, betekent herstel, restauratie en genezing.
De hars is in het Hebreeuws het woord: walot, (wordt ook soms gekoppeld aan mirre), en betekent verborgen.
De Vader troost Jozef, door deze mensen die koopwaar hebben dat op Jozef zijn situatie van toepassing is. Jozef zal vast gehoord hebben wat ze daar op hun kamelen hadden liggen.
Hij zal hebben begrepen dat dit een knipoog van de Vader voor hem was. Jozef gaat in ballingschap. Hij is onschuldig (nekot). Hij gaat daar in het verborgene heen (walot). Alleen zijn broers weten waar hij heen gaat. De hemelse Vader zal hem daar in eer herstellen, genezen van dit trauma en niet alleen hem maar heel het volk. (tsori) Zijn broers volgen later. Ook zij moeten eerst afdalen (oordeel) om tot inzicht en herstel te komen.
Het is een prachtige verwijzing naar Jezus. Hij was hier op aarde onschuldig en rein. De wijzen kwamen op bezoek en kort daarop moesten Jozef en Maria, in het verborgene, vluchten naar Egypte. In het verborgene werd Jezus terecht gesteld.
Doch de verkoop Jezus brengt herstel, genezing aan de volken (Egypte) en aan Israël. Jezus is geadopteerd door de volken en uiteindelijk komen ook de tien stammen ( broers van jozef) en Benjamin (joodse volk) tot geloof in Jezus. Jezus leeft onder de volken als verhoogde Koning en voor Israël is dat ten dele verborgen. Jezus leeft voor het grootste deel in ballingschap.
Is dit ook een beeld van de toekomst? Moeten ze nog een keer in ballingschap of komen ze tot de volken (Egypte) omdat ze geestelijke honger hebben (geestelijke ballingschap), om te zoeken naar het brood des levens? We gaan het zien.
—
- De karavaan kwam uit Gilead en dat ligt oostwaarts van Israël.