Ga naar de inhoud

Geestelijke strijd: deel 2

Geestelijke strijd. Deel 2

Voordat we verder gaan met geestelijke strijd in Efeze 6, is het belangrijk om te kijken wat er in Efeze gaande was. We moeten proberen de context en het denken te begrijpen van die mensen in die tijd.
Efeze komt van het woord Apasus (denkt men) en dit was ooit een plaats in het koninkrijk Arzawa en het betekent, moeder gods.
In Efeze stond de tempel van Artemis (godin van de vruchtbaarheid, de moeder gods). Efeze was een handelsstad met zeer veel rijke mensen en veel slaven (25.000). Die laatste groep was tamelijk arm.
Het was tevens het middelpunt van de filosofie van die regio en een groot politiek intellectueel centrum. Er waren meerdere heidense tempels en er waren ongeveer vijftig verschillende goden die aanbeden werden waaronder, Zeus, Hyetios en Urios. Zeus de oppergod, was de god van de lucht en kon de gestalte van een mens aannemen, of een schaapsherder, zwaan, adelaar of vrouw.
Daar komt Paulus met het goede nieuws dat God, JHWH, de enige God is. Dat vraagt om problemen.

Hij gaat in eerste instantie naar de synagogen om te vertellen wie Jezus is. Daar krijgt hij veel tegenstand wat ook begrijpelijk is, want Jezus is de mens geworden God en de god Zeus kon ook de gestalte van een mens aannemen. De joden zagen hierin dus een gevaar. De heidenen stonden makkelijker open voor de boodschap. Ze hadden zoveel goden dus een god meer of minder was minder problematisch.
Nu schrijft Paulus de gemeente een brief en aan het eind van die brief zegt hij dat onze strijd niet tegen vlees en bloed is, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit (dus toenmalige) tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten. In het vers ervoor staat dat dat we moeten standhouden tegen de listige verleidingen van de duivel. Voor het woord duivel staat ‘diabolo,’ in het Grieks, en betekent kwaadspreker van God. Dat kan iedereen zijn en is een functie zoals de dokter en de slager functies zijn. Nero, Vespianus, allemaal kwaadsprekers van God en predikers van andere waarden dan die van de Bijbel.
Bedoelt Paulus hier ook demonen? Dat wordt er vaak ingelegd maar dat staat hier niet. Er staat: heersers, machten, krachten. Wat of wie zijn deze heersers?
Paulus heeft veel last van een heerser zoals Nero (Nero zag zichzelf als een nazaat van de goden en als godenzoon), en Nero zijn geestelijke krachten zorgden ervoor dat gelovigen vervolgd werden. Daarnaast was er tegenstand van het judaisme in die tijd, waarin men Jezus niet zag als Messias.

In Efeze werden vele andere goden aanbeden. De Bijbel heeft het over de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten. In het Grieks staat hiervoor het woord ‘areos’, wat ‘lucht’ betekent maar ook hoge plaatsen. De goden uit die tijd hadden hoge plaatsen. Zeus was de oppergod van de lucht. Een groot tegenstander van Paulus want hem aanbidden is afgoderij!
Daarnaast was ook de bruisende economie een afgod van Efeze, net als de vruchtbaarheid. (Artemis) Verder waren er allerlei theorieën in omloop, filosofische spitsvondigheden, mensen die leugens spraken en mensen van aanzien op hoge plaatsen. Deze stonden lijnrecht tegenover het Bijbelse denken.
Demetrius, een zilversmid maakte ‘tempeltjes van Artemis’ en verkocht die. Hij zag zijn handel gevaar lopen mochten er mensen willen overstappen op de God van Israël. Hij slaat alarm en probeert Paulus de mond te snoeren. (Handelingen 24.)
De Politieke, economische, filosofische machten, afgoden en Grieks- Romeinse goden als geheel, was de geestelijke strijd.
Paulus wilde een eerlijke verdeling van het geld, geen filosofische theorieën, geen Nero als halfgod en ook geen Zeus als oppergod.
Hoofdstuk 6 in Efeze heeft hij het over gehoorzaamheid, van kinderen en slaven. Paulus ziet de chaos en wanorde in Efeze en wil orde door gehoorzaamheid en door te doen wat God vraagt.

Onze geestelijke strijd is een strijd van lof offeren en dankzegging, leven in gehoorzaamheid, alle afgoden uit je leven doen. Geen andere goden voor je aangezicht hebben. Liefde voor de medemens. Dat was de geestelijke strijd in de woestijn, later ook in Efeze, en is ook onze strijd nu. De listen en verleidingen van ‘de kwaadspreker ‘zijn mensen die het niet zo nauw nemen met Gods woord en je verleiden om hetzelfde te doen. Het zijn ook de valse leraren. Dit is soms niet expres maar door gebrek aan kennis brengen ze je op verkeerde gedachten.

De strijd is om binnen te gaan. Lukas 13:24. Wonen in Zijn Tempel.

De kleren die Paulus ook aanraadt om aan te trekken zijn niet de kleren van een soldaat maar de kleding van de hogepriester. (Zie boek: Hebreeuwse Koninkrijk van God)

De heer zal opstaan tot de strijd.
Hij zal Zijn haters wijd en zijd, verjaagd, verstrooid doen zuchten.
(Psalm 68:1 berijmd)

volgende keer

Wie of wat zijn de demonen?