Jacob gaat naar de begraafplaats om het graf van zijn vader te bezoeken. Hij wandelt tussen de grafstenen en blijft staan voor een enorme grafsteen met gouden letters.
Mompelend leest Hij: Hier rust Mozes Tannenbaum.
Een voorbeeldig vader.
Een trouw echtgenoot.
Een eerlijk koopman.
Langzaamaan loopt Jacob verder en peinst. Oi, hebben ze bij mijn vader Tannenbaum nog drie anderen in dat graf gelegd?
De hele geschiedenis in Lukas 14 gaat over wie je bent of misschien niet bent.
De geschiedenis in Lukas 14 vers 1-6 lijkt op het eerste gezicht klip en klaar. Jezus wordt uitgenodigd op Sabbat bij ‘belangrijke’ mensen, namelijk het hoofd van de Farizeeërs. Hij eet daar het brood met hen. Wie de sabbatrituelen kent zal begrijpen wat daar gebeurt. Op de vrijdagavond (dat is het begin van de sabbat) wordt de maaltijd gestart met het breken van het brood en met het drinken van de wijn onder dankzegging.
Vooraf dien je je handen te wassen volgens een bepaald ritueel. De Schriftgeleerden houden Jezus goed in de gaten of hij zich aan dit ritueel houdt. Nu moet je weten dat het vieren van de Sabbat wordt gezien als een soort bruiloft. De sabbat is de koningin, de bruid. Alles op tafel verwijst naar de bruid. Het witte tafelkleed, de bloemen, de broden en ook de gebeden. In het joods gebeden boek is een gebed dat zo gaat: Kom mijn vriend, de bruid tegemoet en brengen wij de Sabbat onze welkomstgroet. God is de bruidegom en dus is dat Jezus hier. Jezus is de Heer van de sabbat. Hij is de koning en in het Hebreeuws is dat het woord MLCH (Melech). Het woord voor brood is LeCHeM. In het Hebreeuws is een overeenkomst in letters ook een overeenkomst in woorden. Jezus, onze Koning is het levende brood wat uitgedeeld mag worden aan de wereld. De hele wereld is uitgenodigd om de sabbat te vieren
Nu staat daar een man met waterzucht. In het Grieks is daar het woord: ho-dro –pik-os in de Bijbel en komt van het woord: Hoo-dore wat in figuratieve zin, vele mensen betekent. Het is tevens een symbolisch* beeld van de wereld die voor Hem staat en deze mensheid heeft genezing nodig. Mag Hij die geven op Sabbat? De Farizeeërs zwijgen. Ze stemmen niet in maar gaan ook niet in protest. Het gebrek aan bewogenheid lijkt stuitend. Jezus houdt hen een spiegel voor. Hij is gekomen om de gehele mensheid te genezen.
De mens die op zoek is naar water: ‘Als een hert dat verlangt naar water zo verlangt mijn ziel naar u’. Het is de mens die verlangt naar het levend water en Jezus is die bron.
De Schriftgeleerden en het hele joodse volk hadden ooit een opdracht ontvangen een licht voor de wereld te zijn. Gods woorden uit te delen in de wereld, hun ziel te verzadigen. Maar verzaakten de taak en nu staat daar deze man met waterzucht als symbool voor de volken die vragen om hulp. Zij zijn op zoek naar levend water voor hun ziel.
Jezus is gekomen voor de hele mensheid om ze levend water te geven, te genezen van hun zonden en hun ogen te openen omtrent onwetendheid. Willen de schriftgeleerden dat? Nee.
Het bijzondere is dat ‘de waterzuchtige’ ook gaat over deze Schriftgeleerden. Zij waren ook ziek, hadden ook waterzucht. Zij studeerden namelijk alleen maar, waren steeds op zoek naar nieuwe informatie in de Thora en vergaten dat ze het Woord moesten uitdelen en eraan houden. Ze hadden te veel water aan kennis in hun lijf. Verzopen waren ze in de eigen regeltjes.
Wilden ze genezen worden? Nee. Ze zien niet in hoe ziek ze zijn. Zijn vooral bezig met eigen eer, eigen inzichten, het voeden van zichzelf. Ze hadden een voorbeeldige vader voor de mensen moeten zijn, een gastvrije bruid met een hart vol ontferming, een eerlijke koopman, een oprecht volk. Ze waren echter geestelijk meer dood dan levend. Het was onherkenbaar in de bediening geworden.
Jezus in Zijn genade geneest de mensheid en het joodse volk mag op een dag ook genezen worden.
Tot Zijn eer!
* Je kunt deze geschiedenis ook letterlijk lezen maar er zitten meerdere lagen in.