door Gertruud Bakker
Wat heeft Jacob met de Tempel gemeen?
Jacob, of nu Israël genaamd, steekt bij de Jabbok de Jordaan over. Een Engel raakt zijn heup aan na een worsteling en zo moet Jacob hinkend door het leven.
Het woord voor heup in het Hebreeuws is: ‘Yerek‘. En Yerek wordt ook gebruikt voor de noord- en zuidzijde van het altaar (Leviticus 1:11, Exodus 40:22 en Numeri 3:29) en de schacht van de Menorah (Exodus 25:31).
In Leviticus moet er geofferd worden aan de noordzijde (yerek) van het Altaar, voor het aangezicht van de Heer. Zo moest dus ook Jacob wandelen, voor Zijn aangezicht en een welgevallig offer zijn.
In Numeri 3:29 worden de families van Kohath gesteld aan de zuidzijde (yerek) van het altaar. Kohath betekent gehoorzaamheid. Zij waren de zonen van Levi (zonen van Jacob), die een taak hadden om de Ark en de hele inboedel te dragen tijdens de reis (Numeri 4:15). Het beeld van de Naam van de Heer verhogen zie je hier ook in. Zo had Jacob en zijn nageslacht de opdracht om Gods naam hoog te houden……. in gehoorzaamheid (De Kohath stam hadden de wacht over de Ark, de Tafel, de kandelaar, de altaren, de heilige voorwerpen en het voorhangsel (Numeri 3:31) Ze mochten ze niet zien maar wel dragen). Het hele meubilair verwijst naar Jezus. Hij is de tafel der Toonbroden, Hij is het wierookaltaar en de Menorah. Hij is de Ark der verzoening. Deze stam Kohath droeg dus het beeld van Jezus en de Messias droeg hen in liefde. Hij, die volkomen gehoorzaam was aan de Vader. Dat kon je van Jacob en zijn nageslacht niet zeggen. Toch vereenzelvigt Jezus zich met Israël. De eerste- en eniggeboren zoon. De enig geboren is de eerstgeboren.
Er is wel een verschil: Israël (Jacob) is lam en Jezus is krachtig.
Even terug naar de tekst.
Een deel van het nageslacht van Jacob was dus verantwoordelijk voor de Tabernakel. Die voorwerpen kon je alleen dragen als de beide heupen goed functioneerden. De heupen vormen de stabiliteit en balans van iemands lichaam.
In de Talmud zag men de heupen als een beeld van de Thora en was daardoor verbonden met de voorwerpen in de Tempel (Gods woord is de Thora en Zijn woord is de Menorah met de tafel der Toonbroden, de Ark (met de Thora) en het reukofferaltaar*). De Talmud zegt: “net zoals de heup het lichaam ondersteunt, zo ondersteunt de Thora ons en zo moeten wij de Thora ondersteunen”. Dat betekende: gehoorzaamheid in liefde voor de Vader. Jacob wilde zich niet overgeven en daardoor is hij een lamme Tabernakel geworden. Een been in Gods huis en een been buiten Gods huis.
Jacob had het eerste geboorte recht en mocht het land beërven met zijn nageslacht. Het land betreden en als erfenis innemen heeft als eis dat men de Thora zal volgen. Er zijn voorwaarden aan het land verbonden.
Luisterde het volk niet dan moesten ze in ballingschap en dus uit het land. Jacob was een beeld van Gods volk, een levend Tabernakel. Nu komt Jacob hinkepinkend binnen met de opdracht een levende Tempel van God te zijn, voor Gods aangezicht.
Echter, er is een been dat niet meer functioneert.
Wat wil dat zeggen? Gehoorzaamheid en overgeven aan Gods wil wordt een ding in het leven van Jacobs nageslacht en was een ding in zijn eigen leven. Het volk verzaakte keer op keer om op God te vertrouwen en gingen eigen wegen, net als Jacob heeft gedaan. Het zit in de genen.
Gods volk bleef maar struikelen. Steeds weer stelden ze hun vertrouwen op afgoden. Ook de Tempels werden gebouwen van afgoderij.
Zo werden de echte Tabernakel en Tempel een incompleet, geestelijk ‘lam’ Huis waar ook gezondigd werd door mensen die op eigen inzicht steunden en zichzelf tot god stelden (Nadab en Abihu, hogepriesters die corrupt waren).
Het lam lopen van Jacob was een beeld van de toekomst. Zijn nageslacht van levieten en koningen zouden alle mank lopen. Ze konden zich niet houden aan Gods onderwijzing. Ze konden niet volwaardige priesters zijn dienend in een Tempel of Tabernakel.
Hoe zit dat met ons?
Wij gaan als levende Tempels hinkend en struikelend door het leven, zijn ongehoorzaam, leunen niet op Hem die een stok en staf is maar blijven vaak liever moeizaam voortgaan, denken het beter te weten en ons eigen ego blijft ons in de weg zitten. We zijn niet beter dan Jacob of Jacobs volk. Vraagje? Welk been zal ons het meeste in de weg zitten? Het goede? Wat ook kan betekenen: we weten het wel ………..of het ‘kwade’ been? Wat kan ook betekenen: Ik wil hulp.
Zolang we onderkennen dat we zo in elkaar zitten zijn we geen gevaar. Ontkennen we dit echter, ……. dan groeien we boven onszelf uit en worden wij: Voorwerpen van afgoderij in plaats van Tempels van de Heilige Geest. Bedenk: Bij een overspelige vrouw vielen de heupen in (Numeri 5, staat ook het woord: yerek).
Toelichting:
- Ongehoorzaamheid geeft ook geestelijke onvruchtbaarheid en je draagt weinig vrucht.
- Gods woord leven en doen, blijft voor iedereen een uitdaging.
- We zijn echter allemaal lam maar in Hem mogen we sterk zijn.
- *Menora: Gods woord is een licht op mijn pad.
- *Tafel der Toonbroden: Jezus is het levende brood.
- Brood is ook Gods woord- graan.
- Wierook altaar – de gebeden van de mensen. Openbaringen.
- De Ark van het verbond- daarin ligt de Thora. De Thora is een licht voor de wereld. Psalm 119:105.
<- Deel 2 <- -> Volgende week deel 4: “Verlamde mensen en onreinheid”.