Wat was er zo bijzonder aan de Ark behalve dat hij, naar alle waarschijnlijkheid, van riet was?
Dat waren de afmetingen. Deze zijn geheel in overeenstemming met de maten van de Tabernakel (echter maal drie voor lengte en hoogte).
De ark De tabernakel met voorhof (=omheining.*)
50 el breedte 50 el breedte
300 el lengte 100 el lengte
30 el hoogte 10 el hoog was de tent**
3 verdiepingen 3 compartimenten
Bij de Ark zaten onderin de dieren, middenin de vogels en bovenin Noach met zijn gezin. Bij de Tempel kan men dezelfde volgorde herkennen. In het heilige de Heiligen kwam de hogepriester, in het heilige deden de priesters dienst en in de Voorhof, het volk. Priesters worden in het Hebreeuwse denken ook wel vergeleken met vogels. Zij zijn als de engelen, de boodschappers van de Heer. Zij deelden het woord van God uit aan de mensen. Mensen worden soms vergeleken met dieren zoals o.a. schapen en wolven.
Noach moest een heiligdom maken dat over de golven kon gaan. Een heiligdom dat ‘zweefde’ over de vloed. Hetzelfde beeld als in Genesis komt terug. Daar zweefde Gods Geest over de wateren. De midrasj vertelt zelfs dat Gods Geest in een heiligdom over de vloed bewoog.
De wateren als vloed is in de Hebreeuwse taal onder andere ook een metafoor voor chaos.
Woest en ledig zoals Genesis 1 ons zegt in de woorden van tohu v’bohu heeft daarnaast ook de betekenis van onvruchtbaar. De aarde was vol chaos en onvruchtbaar geworden. Chaos heeft geen doel in zich, kent geen rust, heeft geen hoop, geeft geen betekenis aan het leven. Het is destructief. God is een God van orde. Hij brengt orde aan in Genesis 1. Bij Noach spoelt Hij de chaos weg.
God is een God van veiligheid, hoop, liefde en geeft betekenis aan ons leven. God schept in Genesis deze vruchten van de Geest en in Noach vindt er een herschepping plaats. Het was een onvruchtbare wereld geworden. Een wereld waarin men geen liefde, geen vrede, geen geduld, geen vriendelijkheid, geen goedheid, geen trouw meer kende. Het Licht was bijna zo goed als gedoofd. Het Licht ging mee in de Ark.
De Ark had een licht dat van binnen naar buiten scheen net zoals de tempel dat had, een zohar (Genesis 6:16). De ramen van de tempel waren zo geconstrueerd dat het licht naar buiten scheen.
Noach vervulde de taak van hogepriester in het heiligdom, hij woonde bovenin de Ark en zijn kinderen waren hogepriester in opleiding. Noach moest een voorbeeld worden voor de nieuwe ‘wereld’, die God hem gaf.
De boot liep, toen de vloed voorbij was, op een berg. Bergen zijn o.a. metaforen voor koninkrijken in de bijbel. De naam Ararat betekent ‘de vloek voorbij’. Dat Noach op de berg Ararat in Turkije is gelopen lijkt mij sterk omdat de naam pas vele eeuwen later aan deze berg werd gegeven. Er is maar één berg die zegt dat de vloek voorbij is en dat is de berg waarop Jezus gekruisigd werd. Er begon met Zijn kruisiging een nieuw tijdperk en een nieuw Koninkrijk, net als bij Noach. Hij moest koning en hogepriester zijn in een nieuw koninkrijk. Hij bouwde na de vloed een wijngaard zoals elke koning dat moest doen in die tijd. Een koning moest zorgen voor zijn onderdanen met voedsel en drinken, maar in plaats van vervuld te raken door de Geest werd hij vervuld door de wijn. Zoals Adam zijn taak verzaakte, zo deed Noach dat opnieuw. Hij die geroepen was om koning te zijn en een licht voor de mensen om hem heen, verloor zijn bestemming. Zijn dronkenschap kwam hem duur te staan want de Midrasj zegt dat Cham hem verkrachtte (of castreerde, volgens sommige bronnen) en Noach daarna onvruchtbaar was. De naaktheid zien van de ander is een eufemisme voor seksuele omgang.***
Dat was ook de reden dat Cham zijn nageslacht vervloekt werd. Oog om oog, tand om tand.
Opnieuw komt onvruchtbaarheid en chaos om de hoek kijken.
* Exodus 25:18
**Exodus 36:21
***Leviticus 18:9-10