Ga naar de inhoud

Schapen en bokken. Deel 2

Het verhaal van de schapen en bokken staat niet op zichzelf. Het staat in een soort drieluik.

Het begint met de dwaze en wijze maagden, daarna het verhaal van de talenten en dan de schapen en bokken. Elke gelovige in Jezus tijd zal de najaar feesten erin kunnen herkennen (Dag van de bazuinen, grote verzoendag en loofhuttenfeest).

Het verhaal van de wijze en dwaze maagden gaat over Jom Kippoer (grote Verzoendag). Op deze dag ging de hogepriester naar de Tempel, naar het heilige der Heiligen om voor het volk verzoening te doen. Hij werd dan op die dag bij zijn onderkomen opgehaald, geheel gekleed in het wit, en werd begeleid door de priesters, ook geheel in het wit, naar de Tempel. De priesters werden gezien als bruidsmeisjes die de bruidegom, de hogepriester, begeleidden naar een ontmoeting met de Heer.

Nu waren in Jezus tijd, veel priesters die het woord van God kwijt waren geraakt. Hun lamp met olie was opgeraakt. (Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad).

Het woord was besmet geraakt met invloeden vanuit Rome en Perzië.

(In mijn boek: de joodse Jezus ga ik hier uitvoerig op in). Jezus is in dit verhaal die bruidegom en sluit de deur van de Tempel in geestelijke zin af voor hen die hun dienst niet goed doen.

Het volgende verhaal is van de Talenten. Dit gaat niet over dat wij iets heel goed kunnen, maar over het leren van de geboden. (Zie: joodse Jezus)

Deze geboden waren in verval geraakt en de hele wet, wat een huwelijkscontract is, was overboord gegooid en het volk pleegde geestelijk overspel.

Ze hadden het woord moeten zaaien, maar verzaakten dat.

Dan krijg je het verhaal van de schapen en de bokken. De naties staan voor de Heer. Dit is de dag van de Bazuinen. Men noemt het een ‘dag van herinnering’. Herinneren aan het krijgen van de Thora ooit met ‘Pinksteren’. (Sjavuot) Daar vroeg de Heer hen ten huwelijk en daarop zei het volk: ‘ja’ en toen kregen ze de Tien Geboden als trouwcontract. (Exodus 19-20 en Deuteronomium 5) Een trouwcontract heet binnen het jodendom: de Ketoebah.

Het contract was een overeenkomst tussen het volk en de Heer. De Vader komt in een wolk met vuur, bliksem en donder. Datzelfde gebeurde met Pinksteren vele eeuwen later. De wet is nu op ons hart geschreven door de Heilige Geest.Het is een herhaling van het geven van de wet op de Sinai.

In de synagoge leest men op Sjavuot het verhaal van Ruth, een vrouw van een ander volk die trouwt met een joodse man. Bijzonder want met Pinksteren kwamen de volken erbij door de Heilige Geest.

De dag van de bazuinen, dus de dag van herinnering. Het volk herinnerde zich de Thora die ze ooit hadden gekregen. De Heer gaat op Zijn troon zitten en oordeelt. Heb je het woord uitgedeeld of begraven? Dat geldt ook voor de natiën. Dus vers 32 van Mattheus gaat daarover. Elke jaar gedenkt men dat opnieuw binnen het jodendom.

Daarna begint het Loofhuttenfeest. Een feest van de oogst en een feest van afhankelijkheid aan de Vader. Wij wonen zeven dagen in een hut en het dak is open en in alles kijken we omhoog van waar onze hulp vandaan komt. Het is tevens een feest van inzameling, van hen die worden verzameld uit de volken en Israël. Zij worden geoogst omdat ze vruchtbaar zijn geweest in de levens van anderen. Ze hebben het woord van de Vader geleefd, en uitgedeeld. De hongerige gevoed, de gevangenen bezocht en zieken genezen. Dit is zowel lichamelijk als geestelijk. De schapen worden ingezameld.

Zij hebben schatten verzameld in Zijn huis en zij mogen wonen in Zijn hut. Deze hut is de Tempel van de gelovigen. Wij zijn nu de priesters. De gelovigen de levende stenen.

Het oude priesterschap is voorbij. Zij werden ontslagen, het was een bestraffing voor altijd. Nooit kwam dit priesterschap meer terug. (Vers 46) Jezus is nu onze Tempel, onze Loofhut.

Alle volken zijn welkom in Zijn woning, maar zorg dat je je taak uitvoert hier op aarde.