Ga naar de inhoud

Jezus in Genesis

Allereerst wil ik iets over Genesis zeggen voordat ik iets over Jezus ga zeggen. Ik geloof dat God de wereld geschapen heeft door Zijn woord. Zijn woord is daarin waarheid. Als God spreekt gebeurt er iets en Hij heeft alles tot leven geroepen. Alles is door Hem geschapen. Nu kunnen we heel Genesis letterlijk lezen en dat is prima maar dan missen we iets want God heeft er ook vooral een boodschap ingelegd. Zelfs meerdere. Nu ga ik proberen daarin de boodschap van Jezus te laten zien.

Ooit kwam een vrouw naar mij toe en vroeg: ik heb gehoord dat Jezus ook in de Thora te vinden is maar ik zie Hem niet.

Een heel begrijpelijke opmerking. Wij lezen vaak weinig in het eerste Testament en herkennen dan ook niet dat de bijbel een samenhangend geheel is. Dat het in het eerste Testament elke bladzijde over Jezus gaat en dit voortgezet wordt in het tweede Testament wordt te vaak gemist.

Ds. Dick van Keulen zei altijd: het eerste Testament is zwanger van Jezus en in het tweede deel wordt de geboorte en optreden van Jezus beschreven. Zelf vind ik het een mooie uitspraak.

Maar het vraagt wel een bepaalde manier van kijken naar de bijbel waarbij er meerdere tegenovergestelde meningen waarheid kunnen zijn. Dat lijkt voor christenen een onbegrijpelijke gedachte. Het is ook best lastig. Daarbij lijkt de bijbel soms ook vaak tegenstrijdig, maar dat is het niet. De tegenstrijdigheid ligt in het feit dat er soms andere accenten door de schrijver wordt gelegd. Je ziet dat terugkomen in de opstanding van Jezus en de dood van Judas. Er zijn verschillende versies over wie nu het eerst bij het graf is bijvoorbeeld. Hoe vindt Judas nu de dood? In Handelingen wordt Judas 1:18 door een zwaard gedood en in Mattheus 27:5 hangt hij zichzelf op. Wat is nu waar?

Het gaat hierbij om een andere waarheid? Niet zozeer de waarheid zoals wij die kennen. Het gaat echter om veel meer, namelijk om wat de schrijver wil zeggen en zijn verwijzing naar het eerst Testament, dat Jezus de zoon van David was en dus de Messias die komen zou. David uit de stam Juda (Judas is Juda in het Hebreeuws) had zonen die er een potje van maakten. De schrijver wil een verwijzing geven vanuit de dood van Judas naar de geschiedenis van David, wiens zoon Absalom, (betekenis: vader van de vrede) zich afkeerde van hem. Hij hing zichzelf op aan zijn haren in 2 Samuel 18:9 en werd met het zwaard gedood in 2 Samuel 18:14. Zo geven beide evangelisten (Lucas en Mattheus) een verwijzing naar Absalom.

Zo keerde Judas, deze zoon uit de stam Juda, zich af van Jezus omwille van ‘de gerechtigheid’ vond hij zelf.  Zoals David door zijn zoon werd verraden, zo verraadde Judas zijn ‘Koning’ Jezus.

Waarheden in het Hebreeuws, kunnen dus naast elkaar bestaan en spreekt de bijbel zichzelf niet tegen. Dit was een uitstapje, terug naar Genesis.

Waar zien we Jezus daar dan?

In Genesis kom ik Jezus tegen in de scheppingsdagen.

We gaan als eerste kijken naar de eerste verzen.

Dag 1: Er zij Licht–Jezus is het licht der wereld.  Dat zegt Hij ook van zichzelf.

Dag 2: God brengt scheiding tussen de wateren—Jezus, Hij scheidt licht van donker, goed van slecht (God als rechter), schapen van bokken. (God als rechter)

Door de doop in en met Hem worden we hemelbewoners en worden we afgescheiden van deze aarde.

Jezus doet scheiden dat wat van boven is en wat van beneden is. Heilig en onheilig.

Dag 3: Planten worden geschapen: Jezus, Hij is de ware wijnstok. Hij is de eik van gerechtigheid, Hij is het mosterdzaadje. Hij is het zaad in de akker. Hij is onze vijgenboom en de olijfboom. Ook Israël is dat maar Israël en Jezus zijn met elkaar verbonden.

Dag 4: De twee lichten worden geschapen: Jezus is onze Zon, die de gelovigen beschijnt. De maan verwijst naar het Koningschap van Jezus. (Blaast op de trompet bij nieuwe maan. Psalm 81)

Dag 5: Schepping van de dieren. Jezus is de schepper van de dieren maar ook van de mensen. Dieren in het Hebreeuws is vaak een verwijzing naar mensen. Hij is de leeuw van Juda, en de mensen zijn schapen. Hij regeert over de vissen in de zee, de vogels in de lucht (Psalm 8) en over de kruipende en wilde dieren (Hosea 1:20 en Handelingen10:12, waarbij dieren, in dit vers, een metafoor voor de volken zijn.

Nu kunt u zeggen maar de mens was er toch nog niet op dag 5? Nee klopt, de mens zoals God hem bedoeld heeft, moest nog komen. De mens moet eerst het dier afleggen om volledig mens te worden. Hij moet als het ware zijn huid van dier afleggen, zijn dierlijke instincten en een huid van licht aantrekken. Zo komt de mens tot zijn bestemming. Zo wordt hij geschapen in de schaduw van de almachtige. Zo rijst hij op het stof. Stof is een metafoor voor geestelijk dood zijn. Dieren zijn geestelijk dood in de geestelijke wereld. Zij kunnen God niet loven en Hem aanbidden. Daarvoor moet je doorgroeien naar Dag 6.

Dag 6: God schiep deze mens naar Zijn beeld. Jezus is de echte Adam, de echte mens, het beeld van de Vader. Mens (zonder zijn dierlijke instincten) is beelddrager van God. Er loopt hier een parallel met Exodus. Adam wordt geschapen op Dag 6 net zoals op Dag 6 Aaron gezalfd werd tot hogepriester. (Leviticus 8) De hogepriester was ook een beelddrager van God. In alles verwees hij naar God. Hij sprak recht, pleitte voor het volk, gaf onderwijs, moest een heilige levenswandel hebben.

Was geheel ten dienste van het volk. Zo is de mens eigenlijk bedoelt.

Dag 7: De sabbat: Jezus is onze rust en vrede

Adam moest dienst gaan doen in de Hof. Genesis 2:15 geeft God hem taken. In het Hebreeuwse staat voor deze taken de woorden shomer, (dat bewaken betekent) en avad (dienen, dat ook lofprijzing betekent). Hij moest dienen door het doen van goede daden en Gods woord mocht hij bewaken door onderwijs te geven. Hij was priester en hogepriester in Eden. De grootste taak van priesters was dan ook onderwijs. Wij mogen priesters zijn in Zijn rijk door het uitdelen van Zijn woord in ons gezin (soms daarbuiten) en het doen van goede daden door recht en gerechtigheid en Hem daarin de eer geven.

Adam hoefde niet veel anders te doen dan goedheid te zaaien en onderwijs te geven, zaaien van Gods woord aan de volken. Dat is wat Jezus dagelijks deed.

Nu zocht Adam daar een medearbeider in want de taak alleen op de schouders te hebben was te zwaar.

Hij zocht een vrouw, een bruid. Eerst echter komen de dieren voorbij en die moet hij een naam geven? Zou hij uit de dieren een vrouw kunnen kiezen? Hoe kan hij uit dieren nu een bruid kiezen? Maakt God hier een dolletje? Is dit serieus? Echter de bijbel is ook metaforisch en ook hier worden dieren vergeleken met volken en mensen* (let op, niet altijd). In het Hebreeuws is dit heel normaal. Wij zijn schapen of bokken, en mensen die nog niet geloven zijn vissen. Herodes wordt door Jezus een vos genoemd. Jezus is het lam dat geslacht werd, en noem zo maar op.

Dus, uit alle volken, die langskomen moet Adam een bruid kiezen maar kan haar niet vinden.

Uiteindelijk krijgt hij een bruid dat vlees van zijn vlees is en been van zijn been. Deze bruid is zijn gelijke, heilig en rein. Ze is, net als hij, bekleed met licht. Zij is uit hetzelfde hout gesneden om het zo maar te zeggen.

Er zit echter ook een verwijzing in naar Jezus. De bijbel spreekt over Jezus als de tweede Adam. Hij is tegelijkertijd ‘een beeld’ van de eerste Adam, deze was ooit bekleed met heerlijkheid (licht) maar die heerlijkheid moest Jezus, met Zijn komst naar de aarde, afleggen en heeft in tegenstelling tot de eerste Adam wel in gehoorzaamheid geleefd.

De eerste Adam moest hogepriester (koning) zijn in de hof. Helaas, hij vergat zijn taak, ging voor eigen glorie en viel van zijn troon. Jezus is de enige echte Hogepriester in Gods rijk en was gehoorzaam tot de dood.

Hij is onze bruidegom die een bruid zoekt uit de volken maar kan haar daar niet vinden. Die bruid moet zijn zoals Hij, rein en heilig. God kiest Israël uit als Zijn bruid en na het kruis ontstond er opnieuw een bruid die vlees van Zijn vlees was en been van Zijn been.  Als je uit Hem geboren bent, uit Hem ontstaan, dan ben je deel van de bruid. Dan begint dag 1 op Gods kalender weer en komt opnieuw Genesis langs.

Dag 1: Zijn licht schijnt over ons de bruid.  

Dag 2: Hij maakt een huis voor ons klaar, We mogen ons voorbereiden om Zijn bruid te worden door ons te heiligen.

Dag 3: Hij doet ons groeien. We mogen vrucht dragen, mooie ranken worden.

Dag 4: Hij beschijnt ons met Zijn licht. Hij is de Zon en wij zijn de maan. De maan krijgt licht van de zon. Hij is onze bruidegom en wij zijn, Zijn bruid. In de joodse overlevering zijn zon en maan een synoniem voor bruiloft.

Dag 5: Hij maakt ons tot heersers over de aarde en de zee. (Vissers van mensen) Wij moeten onze oude natuur afleggen.

Dag 6: Wij worden mens zoals we bedoeld zijn. Bekleed ons als Zijn bruid doordat we onze witte priesterkleren aantrekken en misschien door te groeien tot mede hogepriester en als koning en koningin te regeren met Hem.

Dag 7: Wij mogen tot zijn rust ingaan en wonen bij Hem.

Zo is Genesis een boodschap voor ons allemaal. Groeien in geloof betekent ook vrucht dragen, jezelf opofferen, je ten dienste stellen van de mensen. Opgroeien tot hogepriester.

Heel Genesis 1 heeft nog veel meer boodschappen. (zie mijn boek het Hebreeuwse Koninkrijk van God, Scholten uitgeverij)