Weest nuchter en waakzaam want uw tegenpartij, de duivel gaat rond als een briesende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden. 1 Petrus 5: 8.
Bedoelt Petrus met de duivel hier echt een persoon mee? Of misschien Rome met zijn overheersing? Of de priesterorde uit die tijd met zijn corruptie en valse leer? (het woord duivel betekent bedrieger of onwaarheid spreken).
Rome zowel als de priesterorde waren allemaal tegenstanders van God en sprekers van leugens. In Genesis is er de slang (beeld van de Farao) die leugens spreekt en in Exodus zagen we dat de grootste vijand van God, de Farao was*. Hij buitte mensen uit en zag zichzelf als god. Hij wordt vergeleken in de Bijbel met de draak, het beest uit de zee, de slang, de Leviathan. *Hij wilde niet naar God, de Heer luisteren maar eigen wegen gaan, waarmee hij niet alleen zijn eigen leven verwoestte, maar ook dat van zijn volk.
Ezechiël 29:4 ‘Zie, ik zal u Farao. Koning van Egypte, groot zeemonster (draak als vertaling kan ook) dat in het midden van zijn rivieren ligt, dat gezegd heeft: Mijn Nijl is van mij en ik heb die voor mijzelf gemaakt. Ik zal haken in uw kaken slaan etc.’
Jesaja 27:1 staat: ‘Op die dag zal de Heer vergelding doen met Zijn hard getrokken zwaard, aan de Leviathan, de snelle slang. Ja, de Leviathan, de kronkelende slang. Hij zal het monster (draak) dat in de zee is doden’.
De Farao was een metafoor voor de man die zichzelf God waande en hij is een beeld van de mens die niets met God te maken wil hebben en anderen in dat denken meesleurt. Hij was een blinkende verschijning. Wij allen worden verleid door bling- bling, wat je terugziet in geld, macht en aanzien. Steeds weer komen er nieuwe heersers aan die zich god wanen, nieuwe Farao’s.
Heel het stuk in Petrus gaat over het lichamelijk en geestelijk lijden om Christus wil. Dat houdt in: jezelf iets ontzeggen, niet meer meedoen aan slemppartijen, losbandigheid, afgoderij (Petrus 4: 3-4). Rome en de priesterorde hadden dezelfde agenda als ooit de Farao had namelijk, het knechten van anderen, zelf god willen zijn, hebzucht en bij Jezus veroordeling waren ze niet uit op recht. Uit hun hart kwam enkel kwaad. Petrus vraagt standvastig te zijn en niet met deze wereld meedoen.
De Farao’s van deze wereld gaan rond als briesende leeuwen, kijken wie ze verslinden kunnen. Petrus roept op om nuchter te zijn, niet hoogmoedig (vers 5b) te zijn zoals Adam wel deed en voor de verleiding viel. De briesende leeuw slaat terug op Daniel die vervolgd werd om zijn geloof en in de leeuwenkuil geworpen. Zo werden de gelovigen vervolgd in die tijd en…..zij zullen door de eeuwen heem worden vervolgd. De duivel is (zo denk ik) hier niet een persoon maar een woord voor overheden (Rome) en geestelijke machten (priesters). Het kwaad wordt bedacht in iemands brein en uitgevoerd door mensen.
Wij kunnen satan niet als excuus Truus gebruiken. Het is verkeerd gegaan met het woord satan en zijn betekenis. Toen men het woord niet meer ging vertalen maar er een persoonsvorm van maakte, wat nooit de bedoeling moet zijn geweest in het jodendom, kwam er ook mede een verandering in denken.
Zijn er dan geen kwade machten? Ja, zeker wel. De Bijbel waarschuwt voor waarzeggerij, raadplegen van dodengeesten, schouwen van wolken, wichelarij en tovenarij. 2 kronieken 33:6, Jesaja 47:8-14, Jeremia 27:9-10 en Leviticus 20:27. Zij zijn gelinkt aan de goden uit die tijd.
De volken vertrouwden die goden, die de toekomst voorspelden, hen door het vuur deed gaan.
Wanneer we satan toch steeds blijven vertalen met tegenstander of aanklager i.p.v. persoonsvorm dan denk ik dat we de Bijbel betrouwbaarder uitleggen.
De duivel is Rome en de priesterorde die gelovigen vervolgden. Geen persoon maar een beeld van overheersing.
Rabbi Yosef Chaim (Baghdad, 1832-1909, ook wel bekend als de Ben Ish Chai) legt uit dat “Rome” symbool staat voor de westelijke ideologie. De ideologie van “we kunnen het zelf wel”. Rome verwijst naar een “supermacht” in het einde der dagen, een supermacht die wellicht wel doet alsof ze in G-ds wegen wandelen, maar het enige waar ze naar verlangen is macht (door Mels).
Korinthe 11:14 ‘De tegenstander (satan) doet zich voor als een engel van het licht. De slang zag er blinkend uit en zijn spreken leek op wijsheid maar het was eigen wijsheid. Het is de mens die donkerte verkoopt als licht en licht als donkerte’.
* Zie deel 1 van deze serie over de slang in het paradijs. De slang was een metafoor voor de Farao die een eigen levensboom had en op zijn hoofd een slang. Een koning (een mens) die niemand boven zich duldt, geen rekenschap wil afleggen aan iemand en hoogmoedig is.
- Het beest uit de zee is een duplicaat van de slang. Het komt omhoog uit de volken en is politiek, economisch en sociaal, een universele gedachte. Wij hebben slechts verantwoording aan onszelf af te leggen. De grote IK.
- Nero, in die tijd was de nieuwe Farao. Hij vond dat hij god was. Noemde zichzelf redder van de wereld. Zei dat hij uit de dood was opgestaan en vervolgde de christenen,
- Titus nam Jeruzalem in en de soldaten gingen als ‘briesende leeuwen’ door de straten.
- De heerser Domitian noemde zichzelf heer en god.
<- Deel 3 <- -> Volgende keer: ‘wie viel uit de hemel? Satan of Adam en wat zijn demonen?’