De parabel vertelt Jezus in Lukas 16 vanaf vers 19.
Voor vele christenen gaat dit over hemel en hel, en het oordeel na je dood.
De vraag is of dit wel zo is en of het niet veel meer gaat over het leven hier.
We beginnen met de arme lazarus en in deel 2 gaan we verder met de rijke man.
Lazarus betekent, God is mijn helper. Er staat dat hij ligt in de poort van het huis van de rijke man. De rijke man daar wordt hier onder andere de hogepriester mee bedoeld (Zie deel 2). Lazarus ligt daar ziek, vol met zweren. Deze zweren worden ook genoemd in de plagen van Egypte, Job 2: 6 en in Leviticus 13:18-20 waarbij het in Leviticus over melaatsheid gaat met betrekking tot de zweren. Er is dus een relatie tussen zweren en melaatsheid.
Het woord voor zweren is: shechin en de stam is: schach, wat jezelf verootmoedigen betekent, je vernederen voor God. In Job 22:29 staat dat Hij de nederige zal redden. Lazarus en ook Job waren overdekt met zweren. Als men huidvraat had was men onrein, behalve als men helemaal vol met huidvraat zat, dan werd men rein geacht. Leviticus 13:13.
De poort waar Lazarus lag is de poort van de Tempel. De hogepriester die dienstdeed in de Tempel ‘zag’ deze Lazarus niet liggen en ook de vrouw van Job was weinig bewogen met Job. Zij vroeg niet: waarmee kan ik je helpen? De vrouw van Job staat symbool voor het geestelijke Israël. De vrouw van Job kon alleen God dienen als ze de feesten kon vieren en ook de hogepriester was alleen bezig met het leuke leven. Maar deze feesten, het leuke leven, gaan altijd gepaard met verootmoediging in de Bijbel.
Jezus haalt in deze parabel, zo lijkt het, Amos aan:
Jullie verachten hen die in de poort het recht verdedigen, jullie verafschuwen hen die de waarheid spreken. Jullie ontnemen de armen in de poorten hun recht. (Amos 5:12)
Ik heb een afkeer van jullie feesten, ik wijs ze af, jullie samenkomsten verdraag ik niet. Amos 5:21.
God wil recht, mensen die waarheid spreken.
De hogepriester kwam elke dag langs Lazarus als hij naar de tempel ging, maar ziet de arme Lazarus als een iemand aan wie hij geen boodschap heeft. De hogepriester zag Lazarus als een onreine maar God zag hem als een rein iemand, een rechtvaardige die verlangt naar Gods woord. De hogepriester moest wekelijks het brood van de Tafel der Toonbroden uitdelen in de Tempel en men had genoeg voor vijf duizend man en ze werden verzadigd volgens de Talmoed. Lazarus kreeg niets, want de priesterorde vulde alleen eigen buiken. Het uitdelen van het brood was ook een metafoor voor het uitdelen van Gods woord.
Geestelijk en fysiek zorgden de priesterorde voor zichzelf en ze wilden niet luisteren naar een boodschap van waarheid en gerechtigheid. (Uitgezonderd Zacharias, zijn familie en volgens Flavius Josephus, nog een kleine groep). Jezus schets in deze parabel ook het beeld van wie Hij zelf is. Hij is Lazarus. Zij zagen Hem als een verstoteling. (Jesaja 53:4) Zij beschuldigden Hem van blasfemie en Hij was onrein in hun ogen. De oorzaak van huidvraat was vaak blasfemie. Verkeerd spreken over God. (Numeri 12:10). Hij was als Job die door zijn vrouw (Israël) werd beschuldigd en Hij was als Lazarus naar wie men niet wilde luisteren wanneer Hij sprak over recht en gerechtigheid.
De honden die de zweren likten zijn een beeld van de volken die werden gezien als honden in de ogen van de joden. Het Griekse woord voor hond is: kuon, in het Grieks en betekent metaforisch iemand met een onreine geest. Zo zagen de joden de volken. Deze honden (volken) bewijzen eer aan Lazarus door de wonden schoon te likken.
Jezus werd als een onreine beschouwd, wat Hij zei werd als blasfemie bestempeld en daarmee klaagden ze Hem ook aan. Job werd aangeklaagd door zijn vrienden en vrouw maar was geheel onschuldig. Beiden stelden zich nederig op en verootmoedigden zichzelf. Jezus, die God was, maakte zich klein en nederig. Lazarus mocht naar Eden gaan en tot rust komen in de boezem van Abraham, een vriend van alle volken. De boezem (van Abraham) heeft nog een andere betekenis namelijk, de borsttas. Hij werd gelegd in de borsttas. De hogepriester droeg een borsttas en op die borsttas zaten stenen met de namen van de kinderen van Israël. Lazarus, hij die geen hogepriester was werd deel van de kinderen van Israel. Jezus was de echte Hogepriester, de Messias voor de volken, in Hem mogen we tot rust komen. Ieder die zijn hulp zoekt bij de God van Israël mag erbij horen. Jood en Griek.
Later ziet de rijke man Abraham met lazarus aan zijn zijde. Abraham, is het beeld van de Vader van alle volken en Jezus het beeld, Zijn Lazarus zittend aan de rechterhand van de Vader.
Kortom Lazarus is het beeld van Job, is het beeld van Jezus, en is de mens die God zoekt om hulp, die zoekt naar Zijn woord, naar recht en gerechtigheid. De zweren zijn een status van nederigheid. Het brood is het brood des levens, de Thora, is jezus.
Boodschap voor ons
Het is ook een les voor ons. Er zijn mensen die met een oprecht hart het onrecht benoemen in de kerk of die weloverwogen en met goede argumenten kritisch zijn over de prediking. Dit wordt hen niet in dank afgenomen en vaker worden ze als lepralijders behandeld. Ze worden opzijgezet en men wil niet meer luisteren, noch in gesprek gaan. Natuurlijk is het hierbij belangrijk de manier waarop je het zegt. Het probleem ontstaat echter wanneer er een scheidslijn komt tussen de voorgangers en de leden, de raad en de mensen. Er ontstaat een kloof die onoverbrugbaar kan worden. De voorganger die regelmatig preekt en het ‘weet’ en daarmee vergeet wie Hij dient. Het brood wordt soms verkruimeld (men krijgt antwoorden op vragen die men niet heeft) en over de mensen uitgestrooid. Uiteindelijk lijdt de gemeente honger en zeggen veel mensen de kerk gedag.
Zou Jezus boodschap, als Hij voor het eerst in de kerk kwam anders geland zijn dan 2000 jaar geleden? Ik weet het niet. We hebben het evangelie dichtgetimmerd en eenieder die anders denkt of voor wie het heil een andere betekenis heeft, wordt al snel buitengesloten.
Daarbij komt nog: zoeken wij naar waarheid en gerechtigheid? En durven we ons daarover uit te spreken? Het kan ons paria’s maken.
Volgende keer: de rijke man en is hades wel de hel?